|
Tijdelijk water wordt beschouwd als abnormale baanomstandigheid, ook in een bunker.
Als speler heb je, volgens R16.1c, een aantal opties als je bal in tijdelijk water in een bunker terecht is gekomen.
Bunker bespeelbaar
- Je mag het tijdelijk water, zonder bijtelling van één strafslag, ontwijken door het dichtstbijzijnde punt zonder belemmering (stand en swing) en niet dichterbij de hole te bepalen als het referentiepunt voor de dropzone van 1 clublengte. De te droppen bal dient in de dropzone en de bunker gedropt en tot stilstand te komen.
- Slechts indien er geen dichtstbijzijnde punt zonder enige belemmering in de bunker is, mag de speler de belemmering ontwijken door als referentiepunt in de bunker het punt met de minste belemmering te nemen.
- Ontwijken met straf volgens R16.1c(2): spelen van buiten de bunker (recht naar achteren ontwijken). Met één strafslag mag de speler de oorspronkelijke bal of een andere bal (zie Regel 14.3) buiten die bunker droppen, waarbij de plek van de oorspronkelijke bal zich bevindt tussen de hole en de plek waar de bal wordt gedropt (er is geen limiet aan hoe ver naar achteren de bal mag worden gedropt). Het is verplicht OP de rechte lijn te droppen die bepaald wordt door de vlag en de ligplaats van de oorspronkelijke bal!
De plek op de lijn waar de bal het eerst de grond raakte toen hij werd gedropt, creëert vanaf dat punt een dropzone van één clublengte in elke richting, maar met de volgende beperkingen:
- mag niet dichter bij de hole zijn dan de plek van de oorspronkelijke bal
- en mag in elk gebied van de baan zijn behalve in dezelfde bunker,
- maar moet in hetzelfde gebied van de baan zijn als waar de bal het eerst de grond raakte toen hij werd gedropt.
Bunker niet bespeelbaar
Als een bunker door het tijdelijke water niet speelbaar is, dan zal deze worden beschouwd als GUR en door de greenkeepers gemarkeerd worden met een blauwe paal. De bunker is daarmee een verboden speelzone volgens Plaatselijke Regel 2 en moet worden ontweken volgens R16.1c(2).
|
